9. 2D vector
Als je 5 proefwerkcijfers van de hele klas van 25 leerlingen wil opslaan, dan kun je hiervoor een 2-dimensionale array of vector gebruiken.
cijfer[1][3]
-> dit is leerling met index 1 en proefwerkcijfer met index 3. Dit is een 9,8.
cijfer[2][1]
-> dit is leerling met index 2 en proefwerkcijfer met index 1. Dit is een 5,5.
Een 2-dimensionale vector declareer je als volgt: vector<vector<int>> vect;
Hieronder zie je een voorbeeld:
#include <vector>
#include <iostream>
using namespace std;
int main() {
int aantalRij = 5;
int aantalKol = 3;
//declareer de vector
vector<vector<int> > vect(aantalRij, vector<int> (aantalKol));
//vul de vector
for (int rij = 0; rij < aantalRij; rij++) {
for (int kol = 0; kol < aantalKol; kol++) {
cout << "Geef element " << kol << " van rij " << rij << endl;
cin >> vect[rij][kol];
}
}
//print de vector
for (int rij = 0; rij < aantalRij; rij++) {
for (int kol = 0; kol < aantalKol; kol++) {
cout << vect[rij][kol] << " ";
}
cout << endl;
}
}
Opdracht 9.1 Schrijf een programma om de volgende vraag op te lossen:

Opdracht 9.2 Maak de opdracht: Magische vierkanten
Opdracht 9.3 Maak de opdracht: Lichten
Opdracht 9.4 Maak de opdracht: Geheimtaal
Last updated