2. Integer
Integer / float
Zoals je gezien hebt in hoofdstuk 1 kun je variabelen gebruiken om gegevens op te slaan. Deze opgeslagen gegevens kan je dan weer in je code gebruiken. Elke variabele in C++ heeft een datatype, het datatype geeft aan wat voor soort gegevens je kan opslaan in de variabelen. In dit hoofstuk leer je de datatypes integer en float, de datatypes worden gebruikt voor getallen.
int (afkorting voor integer)
Gehele getallen
float
Getallen met cijfers achter de komma
Getallen kun je bewerken met rekenkundige operatoren zoals:
optellen (+)
aftrekken (-)
vermenigvuldigen (*)
delen (/)
Ook handig is de modulo (%), dit geeft de rest van de deling van 2 integer getallen. Bijvoorbeeld 10 % 3 = 1, omdat 9 het dichtst bij 10 ligt en deelbaar is door 3, en 10 - 9 = 1.
Opdracht 2.1 In het café om de hoek staat op het menu: 🍩 = 3 euro ☕ = 2,50 euro Schrijf een programma dat de gebruiker vraagt hoeveel donuts en hoeveel koffies iemand wil en bereken het totaalbedrag.
Opdracht 2.2 Je gaat een rondje rennen en gebruikt een stopwatch die alleen seconden weergeeft om je tijd te meten. Schrijf een programma dat vraagt om het aantal seconden op de stopwatch en reken dit om naar het aantal uren, minuten en seconden. Bijvoorbeeld: 8135 seconden is 2 uur, 15 minuten en 35 seconden.
Opdrachten inleveren
Als je meedoet met een programmeerwedstrijd dan wordt je code automatisch nagekeken. Je code wordt getest met verschillende testcases. Belangrijk is dan dat je invoer en uitvoer precies voldoet aan wat er verwacht wordt. In de volgende opdracht gaan we code inleveren zodat deze automatisch nagekeken wordt.
Opdracht 2.3 De eerste opgave die we gaan inleveren is de code van opgave 2.2, waarin je het aantal seconden hebt omgerekend naar uren, minuten en seconden. Invoer: Lees een regel in met daarop een positief geheel getal, dit is het aantal seconden. Uitvoer: Schrijf drie regels: - Op de eerste regel het aantal uren. - Op de tweede regel het aantal minuten. - Op de derde regel het aantal seconden. Voorbeeld invoer: 8135 Voorbeeld Uitvoer: 2 15 35
Pas je code uit opdracht 2.2 aan zodat de invoer (
cin
) en uitvoer (cout
) precies voldoen aan bovenstaande beschrijving. Zorg ervoor dat je GEEN cout hebt die de gebruiker om invoer vraagt zoals:cout << "Hoeveel seconden?";
. In dit geval wordt je programma namelijk fout gerekend omdat er alleen 3 regels met cijfers wordt verwacht.Kopieer je code naar het tekstvak
Je moet nu even wachten terwijl je code wordt nagekeken
Als je op results klikt zie je hoe goed je code het gedaan heeft:
Als je nog een testcase fout hebt, pas je code dan aan totdat je alles goed hebt. Denk goed na welke mogelijke testcases je nog gemist hebt.
Long long int
Er is een maximum waarde dat je kan opslaan in een int. Als het getal te groot wordt om op slaan in een int dan gebruik je een long long int ipv van een int.
Opdracht 2.4 Probeer bovenstaande code uit en pas de code aan zodat deze correct werkt.
De grootte van de verschillende data types wordt uitgedrukt in bits. Meer bits betekent dat variabelen van dat type meer verschillende waardes kunnen opslaan. Een long long int
is minimaal 64-bits. Een int
is minimaal 16-bits maar kan ook 32-bits zijn afhankelijk van je compiler.
Last updated